Klinische zorgvragers

Zorgvragers in een ziekenhuis worden opgenomen op een verpleegafdeling voor een chirurgische ingreep, onderzoek, behandeling of bevalling.
De verpleegafdelingen kennen een indeling in snijdend (chirurgisch) of niet-snijdend (interne). Voorbeelden van chirurgische verpleegafdelingen zijn orthopedie en neurochirurgie. Voorbeelden van interne afdelingen zijn cardiologie en neurologie.
De zorgvragers in een ziekenhuis worden patiënten genoemd.


Ingreep:

Gepland of acuut
Operatieve of niet-operatieve ingreep (wondbehandeling, gipsen)


Onderzoek:

Om de diagnose te kunnen stellen vindt er onderzoek plaats. Het onderzoek is bedoeld om te bekijken hoe de lichamelijke toestand van de patiënt is, bijvoorbeeld een kijkoperatie of een echo en om te bepalen hoe de behandeling eruit komt te zien. Deze onderzoeksfase gebeurt zoveel mogelijk poliklinisch.


Behandeling:

De meest voorkomende behandelingen zijn:
   - Curatieve behandeling: gericht op genezing
   - Palliatieve behandeling: gericht op het draaglijk maken van het lijden
   - Nabehandeling: van een aantal uren, dagen of weken, afhankelijk van de ingreep, ernst van de aandoening en de lichamelijke conditie van een patiënt
Patiënten in het ziekenhuis hebben vaak dezelfde kenmerken. Deze zijn in te delen in kenmerken voor en na een ingreep, onderzoek of behandeling op zowel lichamelijk, psychisch als sociaal gebied.